Om de waterstoftransitie mogelijk te maken hebben we in Nederland de komende 7 jaar 38.000 fte nodig. Dat concluderen CE Delft en SEO Economisch Onderzoek. Er zijn vooral veel technisch geschoolde professionals nodig. Het potentiële aanbod komt uit zij-instromers, afgestudeerden en specialisten uit het buitenland.  

Nederland is na Duitsland de grootste producent van grijze waterstof in Europa. Maar de groenewaterstofketen staat nog in de kinderschoenen. Om de boot in de waterstoftransitie niet te missen moeten we inzetten op nieuwe vaardigheden, kennis en capaciteiten van nieuw personeel. Van veel nieuw personeel. 

38.000 fte in 2024-2030 

In opdracht van GroenvermogenNL en Platform Talent voor Technologie voerden CE Delft en SEO Economisch Onderzoek een arbeidsmarktonderzoek uit om de vraag naar arbeid bij de waterstoftransitie in kaart te brengen. Daaruit blijkt een grote vraag in de hele waterstofketen: ongeveer 38.000 fte in periode 2024-2030. Het gaat vooral om beroepen in de elektrochemie, elektrotechniek, procestechnologie, chemie, verbrandingstechnologie, systeemintegratie en (micro)biologie. 

Zij-instromers, afgestudeerden en arbeidsmigranten 

Op dit moment zijn er 1,2 miljoen fte werkzaam in relevante sectoren voor de waterstoftransitie. De jaarlijkse instroom komt via 3 stromen binnen: vanuit het onderwijs, vanuit andere sectoren en vanuit het buitenland. “Maar deze mensen kunnen natuurlijk ook kiezen voor een baan op een ander gebied van de energietransitie”, waarschuwt onderzoeker Amanda Bachaus van CE Delft.  

Samenwerken in Noordwest Europa 

Volgens Bachaus is arbeidsmigratie een onzekere factor. “Onze buurlanden hebben ook grote ambities rond groene waterstof en vissen in dezelfde vijver als het gaat om arbeidsmigranten. Het biedt echter ook kansen. Frankrijk wil een koploper zijn in groene waterstof en heeft al verschillende opleidingsprogramma’s opgezet. Een van onze aanbevelingen is om in Noordwest Europa opleidingen beter op elkaar te laten aansluiten zodat professionals internationaal inzetbaar zijn. We hebben immers allemaal met dezelfde transitie te maken.” 

Aanbevelingen 

De onderzoekers doen nog meer aanbevelingen. Vergroot het potentieel zij-instromers bijvoorbeeld door een modulaire opbouw van het curriculum en laat opleiders en bedrijven nauwer met elkaar samenwerken om jonge professionals beter op de praktijk voor te bereiden. Verder is het belangrijk om in te spelen op de regionale verschillen en sommige regio’s in Nederland aantrekkelijker te maken om te wonen. Daarnaast dient de overheid er in haar beleidsdoelen en instrumentatie rekening mee te houden dat het opleiden van mensen tijd vergt. “Wind op zee en gasloos bouwen laten zien dat voor de transitie een lange adem nodig is.” 

Niet wachten met opleiden 

Volgens Marsha Wagner, programmadirecteur Human Capital bij GroenvermogenNL, is er werk aan de winkel. “Laten we niet wachten met het opleiden van mensen tot het werk er is. We moeten nu beginnen. Daarom investeert GroenvermogenNL nu in regionale roadmaps en een landelijk kennisplatform. En willen we investeren in het vernieuwen van opleidingsprogramma’s en arbeidsmarktinstrumenten zodat bedrijven sneller mensen kunnen werven die vervolgens sneller volwaardig aan de slag kunnen. We richten ons op studenten en vooral ook op werkenden. Goed afgestemd met andere groeifondsen, het Just Transition Fund en regionale programma’s.”

Lees hier het volledige onderzoeksrapport