De transitie naar grootschalig gebruik van groene waterstof vraagt om mensen met de juiste kennis en vaardigheden. Maar waar halen we deze mensen vandaan en hoe leiden we ze op? Om een goed beeld te hebben voor de human capital agenda heeft GroenvermogenNL en Platform Talent voor Technologie 4 onderzoeken laten uitvoeren. In dit artikel vatten we de bevindingen samen.
De waterstofeconomie leidt niet overal in de industrie tot grote veranderingen. Zo is (grijze) waterstof nu al een belangrijke grondstof voor honderden bedrijven in de procesindustrie. Mensen met de juiste kennis en vaardigheden zijn daar voldoende aanwezig. Maar als het aantal eindegebruikers van waterstof groeit, zal er een nieuwe waterstofinfrastructuur nodig zijn en dat vraagt wel om mensen met andere kennis. Ook voor de productie van groene waterstof moeten veel professionals worden opgeleid.
Voor de waterstoftransitie zijn vooral professionals nodig met kennis over elektrochemie, elektrotechniek, procestechnologie, chemie, verbrandingstechnologie, en de rol van waterstof in de systeemintegratie. Bedrijven vinden het nu al moeilijk om aan technisch geschoold personeel te komen, laat staan als de vraag naar gekwalificeerd personeel in alle takken van de energietransitie toeneemt. Het is daarom belangrijk om een duidelijke human capital agenda te hebben en daarvoor een brede technische opleiding op te zetten met voldoende keuzeruimte om specifieke waterstofkennis op te doen.
In zo’n brede technische opleiding kan bij- en omscholing voor werkenden op een flexibele manier een plek krijgen. Het is belangrijk om hiermee voor zij-instroom van technisch personeel te zorgen, want dit is op korte en middellange termijn de enige manier om aan de groeiende vraag naar arbeid te voorzien. Snelheid is geboden, want het aanbod voor bij- en omscholing is op dit moment nog beperkt. Overigens gaat het bij scholing niet alleen om technische onderwerpen. Er is ook aandacht nodig voor veiligheidsbewustzijn, normen, regelgeving en certificering, én voor een leven lang ontwikkelen.
Studenten kunnen in het beroeps- en hoger onderwijs op meerdere plekken leren over waterstof. Er zijn 28 mbo-, 16 hbo- en 8 wo-opleidingen. De inhoud over waterstof komt vooral via keuzedelen, minors en projecten aan bod. Dat gebeurt bijvoorbeeld via stages en werkbezoeken. Hiermee kan de dagelijkse praktijk snel in het curriculum worden opgenomen. Als studenten een brede technische basis hebben, is dat een beginpunt om verder door te leren over waterstof. Maar ook de zachtere vaardigheden, zoals samenwerken, dienen aandacht te krijgen.
Publiek-private samenwerking in de vorm van learning communities is een belangrijke ontwikkeling. Voor het leerproces binnen deze learning communities is het cruciaal dat deelnemende bedrijven bereid zijn om hun intellectueel eigendom te delen. Vanwege hun concurrentiepositie zijn goede afspraken nodig over geheimhouding versus ontsluiten. Er zullen regionale verschillen zijn: industriële clusters kunnen verschillende standpunten hebben over concurrentie en ook hun vraag naar werknemers kan verschillen. Naast kennis delen hebben learning communities behoefte aan gedeelde laboratoria en installaties voor onderwijs en mkb. Deze shared facilities zijn nodig om een sprong te kunnen maken van innovatief concept naar demonstratie.
Uit de 4 onderzoeken komt een duidelijk beeld naar voren: we verwachten hoe dan ook een toenemende vraag naar technici – ook vanuit andere sectoren. Brede strategieën om technische beroepen aantrekkelijker te maken, Nederland en industriële regio’s als vestigingsplaats te bevorderen en de inzet van arbeidsbesparende innovaties zullen allemaal (moeten) bijdragen aan de succesvolle invulling van die opgave.
Lees verder: Verkenning initieel onderwijs (door Technopolis/Hutspot) Verkenning post-initieel onderwijs- en ontwikkelingsaanbod (door KPMG) Arbeidsmarktonderzoek (CE Delft/SEO Economisch Onderzoek) Voorverkenning MKB-programma GroenvermogenNL (door Dialogic)